Jeruzalem tijdens de Corona Crisis - deel 8
26 maart, 2020
Wij hadden dan wel een ‘vrije’ dag gister, maar Benjamin heeft bijna de
hele dag aan de telefoon gehangen. Hij klonk helemaal schor toen hij ons gisteravond
belde.
Door de onenigheid en rivaliteit binnen het ministerie van sociale zaken leek
het er op dat de bejaarden en Holocaust overlevenden tussen de wal en het schip
zouden vallen. Dankzij Benjamin, hun pleitbezorger, konden we vandaag toch weer
maaltijden rondbrengen.
Het moment dat hij het groene licht kreeg stroomden de aanvragen binnen. De
grootste hoeveelheid moest hij afketsen, want Hineni is maar een klein restaurant
met een beperkte staf, dat door vrijwilligers draaiende wordt gehouden.
Jose en haar zoon Joni kwamen als extra chauffeurs terwijl Jannie (ICEJ-Aid)
opnieuw twee collega vrijwilligers had georganiseerd die meehielpen de maaltijden
klaar te maken. Zij waren allang blij dat ze een goede reden hadden om even uit
huis te zijn en vonden het geweldig om te kunnen meehelpen.
Op weg naar het centrum kwamen we in twee politie ’fuiken’ terecht -
blijkbaar waren ze naar iemand op zoek. Gelukkig was het verkeer de rest van de
weg heerlijk rustig.
Vele handen maken licht werk – de autos waren in een mum van tijd geladen.
Jose
nam de Armon haNatstiv levering van 200 maaltijden en wij reden in noordelijke
richting, naar Pisgat Zeev.
“Ik heb helemaal geen 80 maaltijden nodig!” Zei Galina. “Ik heb een dubbele hoeveelheid maaltijden
ontvangen het van stadsbestuur….”
Een paar telefoontjes later was het antwoord dat Galina de maaltijden MOEST
aannemen.
In plaats daarvan belde Galina iemand van het Gemeenschapscentrum in de
buurt die zou komen om de maaltijden op te halen en van daaruit verdelen. Tja,
zo gaat dat in Israel…
Ons volgende adres was in Gilo aan de zuidkant van Jeruzalem.
Gilo Hostel was onderdeel van het buurthuis. Zij hadden 90 mensen op hun
lijst opgebeld om te komen voor een warme maaltijd. Ruslan, een heel vriendelijke
Rus, was heel erg dankbaar met de grote hoeveelheid.
“Kan ik jullie een kop koffie aanbieden?”
“Nee, dank je. We moeten naar huis.”
Het was heerlijk dat we al zo vroeg klaarwaren met de rit en daardoor tijd
hadden om een pakje bij het postkantoor op te halen. Nadat ik een nummertje had
getrokken moest ik buiten blijven wachten want er mochten niet meer dan twee
mensen tegelijk in het postkantoor staan. De loketbeamte keek niet bepaald
vrolijk. De glazenwand had nog een extra laag plastic gekregen en voor het loket
stonden stoelen, zodat we op afstand bleven. Het was hierdoor een hele klus om
mijn handtekening te zetten op het apparaat dat op de balie stond. Het pakje
was voor een van onze gasten geweest; ze had al gezegd dat we het mochten houden:
drop, chocola, koffie, koekjes….
Ons Hineni avontuur begon precies een week geleden. Wow, er is al zoveel
gebeurd dat we het amper meer kunnen bijhouden.
Vannacht begint de zomertijd, en volgens de kalender zitten we nu officieel
in de lente. Aan het gele stof te zien dat nu op de balkonstoelen ligt weten we
dat ook het pollenseizoen in volle heftigheid is losgebarsten.
We zien uit naar een beetje rust en ontspanning de komende dagen.
Ik probeer ook een speciale editie uit te sturen van ons kerkblaadje. De
zegeningen van het internet – wie had ooit kunnen denken dat we er zoveel gebruik
van zouden maken, en eigenlijk niet meer zonder kunnen…
Comments
Post a Comment