Telefonisch interview met Benjamin Philip - Hineni en Christenen voor Israel


Bouwen met Israel – 

tekst van het telefonische interview met Benjamin Philip van Hineni, Jeruzalem, en Arjan Wendt, Christenen voor Israel. 
17 april 2020


Arjan:
Sinds een paar weken staat de wereld op zijn kop vanwege het Corona virus en de crisis die daardoor is ontstaan, vraagt veel ondernemers om een beetje om te denken en net iets anders aan  te pakken zodat de zaken toch door kunnen blijven gaan. 
En dat is natuurlijk ook het geval in Israel. Om daar meer van te weten ga ik nu speciaal voor de Business Club van Christenen voor Israel even bellen met Benjamin Philip. Hij is directeur van gaarkeuken Hineni in hartje Jeruzalem. Daar komen normaal gesproken honderden mensen per dag voor een voedzame maaltijd. Dat kan nu natuurlijk even niet en ik ben heel benieuwd hoe het er nu aan toe gaat.
Voordat Benjamin naar Israel vertrok was hij ondernemer in Nederland en ik ben heel benieuwd hoe zijn ondernemerschap hem nu door deze crisis helpt.

Hé, Benjamin, met Arjan, Christenen voor Israel. Hier gaat het goed, hoe gaat het bij jou?

Benjamin Philip 
Benjamin:
Naar omstandigheden goed, maar de omstandigheden zijn natuurlijk niet makkelijk. We hebben allerlei zorgen en verantwoordelijkheden die het niet makkelijker maken.

Arjan:
Dat kan ik me voorstellen. Kan je daar iets meer over vertellen? Hoe gaat het er nu aan toe bij jullie in Jeruzalem?

Benjamin:
Ik denk dat iedereen te maken heeft met dezelfde problemen, allereerst dat de kinderen niet naar school gaan dus als ouders krijg je de zorg maar ook de educatie van de kinderen als verantwoordelijkheid. Dan hebben we de ouders die rond de 80 en 90 jaar oud zijn, die, als ze dan al niet in een bejaardentehuis of verzorgingstehuis zitten, zoals bij ons, dan heb je daar ook de extra zorg voor. En natuurlijk de stichting Hineni waarin we zorg en maaltijden verstrekken aan allerlei groeperingen binnen de maatschappij: variërend van Holocaust overlevenden naar alleenstaande moeders, naar algemene daklozen of mensen die geen vaste verblijfplaats hebben en zo voort. Er is geen einde aan.
Arjan Wendt 

Arjan:  
Normaal gesproken komen veel van die mensen naar de gaarkeuken in Jeruzalem, dat kan nu natuurlijk niet. Hoe gaat dat nu?

Benjamin:
Tot aan de feestdagen zijn de mensen wel bij ons gekomen, maar niet het restaurant de maaltijd mogen nuttigen maar dat zij twee of drie maaltijden voorverpakt meekrijgen. Dat is voor de algemene daklozen of degenen die in de buurt wonen die het moeilijk hebben en de maaltijd kunnen komen afhalen. En daarnaast hebben we een heel scala aan projecten en mensen die nu thuis de maaltijd bezorgd krijgen. Dankzij de helpende hand van Christenen, maar ook Christenen die hier permanent wonen. Het gaat gewoon door.

Arjan:
Voordat je naar Israel kwam, wat heb jij toen in Nederland als ondernemer precies gedaan?

Benjamin:
Mijn familietraditie is vee en vleeshandel. Wij waren met name exporteurs van vlees en hadden slachterijen, uitbeenderijen, en vlees importeurs. We waren eigenlijk meer internationale handelslui in de vleesmarkt en dat is een behoorlijk ingewikkelde materie. Net als de metaal en goudmarkt die op en neer gaat en van land tot land verschuift. Creatief bezig zijn zit ons wel in het bloed.

Arjan:
Heb je een voorbeeld van hoe je ervaringen en kwaliteit als ondernemer juist in deze periode tot uiting komt?

Benjamin:
Het direct aanpassen aan moeilijke situaties. B.v. vanuit de gebieden (Judea en Samaria) mogen de Arabische werknemers niet komen om in de keuken te werken. We hebben een chef kok die ziek is. De NL vrijwilligers werden plotseling geïnformeerd dat ze met de laatste vlucht meteen naar Nederland terug moeten komen, van de ene op de andere dag sta je zonder mensen. Dan kan je twee dingen doen: zeggen, we sluiten de tent of nee, wacht even. Dit is een situatie die ik in de vleesindustrie ook wel eens heb meegemaakt: met mond en klauwzeer, met hormonen situaties, met grenzen die dicht gaan, enzovoort. Gelijk reageren: wat zijn de alternatieven? … als het licht wordt uitgegooid, komt vaak de hulp uit een onverwachte hoek. In dit geval heeft b.v. de Christelijke ambassade hun hele personeelsbestand ingezet en zijn bij ons komen werken. Tot onze verbazing heeft zelfs de burgemeester de handen uit de mouwen gestoken en heeft samen met zijn vrouw een paar uur geholpen om zijn support te tonen. Het rijden werd gedaan door Willem (Wim) en Petra van der Zande die niet onbekend zijn in Christelijk Jeruzalem. En zo hebben we iedere keer: aanpassen, handen uit de mouwen en gewoon met het volle optimisme en vertrouwen op de Eeuwige gewoon doorgaan. In plaats van bij de pakken neerzitten – dat is het verschil.

Arjan:
En natuurlijk de steun van uit Christenen voor Israel niet te vergeten!

Benjamin:
Ja, het is een project van Christenen voor Israel; helaas werden de vrijwilligers die hier op een toeristenvisum of ander visum waren door de Nederlandse regering geïnformeerd dat ze terug moesten komen.
De financiële steun van CvI Nederland ging natuurlijk wel door, wat de belangrijkste factor is, anders kan je het allemaal niet doen. Maar ja, dan valt ineens je personeel weg, je vrijwilligers vallen weg en dan blijkt dat de hulp toch weer uit de Christelijke hoek komt. Dat was wel heel bijzonder.

Arjan:
Ja, bijzonder om te horen. Tot slot: heb je nog wat bemoedigends vanuit Jeruzalem voor Nederlandse ondernemers, juist voor deze tijd.

Benjamin:
Ik denk dat dit niet alleen voor ondernemers geldt maar ook voor mensen die een carrière hebben: misschien is het een tijd om tot bezinning te komen als we zien wat in een mensenleven of zelfs van generatie op generatie is opgebouwd en doorgeven, dat het toch niet standhoudt als we ook de Eeuwige daar niet bij betrekken. En vanuit deze situatie kunnen we leren dat de Eeuwige, in één nacht, met één virusje alles wat we in eeuwen of generaties hebben opgebouwd zo kan laten verdwijnen en om laten vallen. We moeten zien dat er meer is dan onze zaak of onze carrière, maar dat het leven een veel diepere gang geeft. Dat geeft ook een mooie aanzet om misschien recht te zetten waar we al die tijd geen tijd voor hebben gehad of menen geen tijd voor te hebben gehad. Misschien heb je iets te bespreken of iets goed te maken met een broer, zus, een vriend, een collega. Er is meer tussen hemel en aarde dan alleen maar ik, ik, ik. Dit is misschien een heel goede tijd om in de spiegel te kijken en te vragen: wat heb ik eigenlijk met mijn leven gedaan? Wat zou mijn leven eigenlijk op aarde betekenen als ik niet meer mijn zaak of carrière had?  Bestaat mijn hele leven dan alleen maar uit de zaak of carrière? Ik denk dat het diepere levensdoel nu misschien een kans krijgt om bekeken te worden.

Arjan:
Stof tot nadenken lijkt me. Dank je wel voor deze update. Ik wens je heel veel sterkte met alles.

Benjamin:
Jullie ook en heel veel dank voor de steun!



Comments

Popular posts from this blog

VERLANGEN NAAR VREDE

weekbericht 8 februari 2025

Weekbericht 25 januari 2025 - week 4