Beit Avraham tour naar Shiloh
Geva Binyamin (de
heuvel van Benjamin) wordt ook wel Adam genoemd (zie Jozua 18:24). Het ligt
tussen het Arabische Jabah en Mikhmus (Geva en Michmas).
Zo'n 839 meter boven het zeeniveau is Gibeah
(van Saul), Tel el-Ful
(bonenheuvel) in het Arabisch. Gibeah was een belangrijke Bijbelse plaats.
Richteren 19-21 beschrijft het verhaal van de bijvrouw van de Leviet, waarna
alle Benjamieten werden uitgemoord. Israëli's eerste koning, Saul, regeerde 38
jaar vanuit Gibeah (1 Samuel 8-31). Tijdens het verdeelde koninkrijk wordt deze
stad door diverse profeten genoemd (Hosea 5:8-10; Jesaja 10:29).
Tijdens de
slag om Jeruzalem in 70 AD sloeg het 10e
Romeinse legioen haar tenten hier op. Van 1948-1967 was dit gebied in handen
van de Jordaniërs, en koning Hoessein was begonnen op deze plek (waar koning
Saul geregeerd had) een zomerpaleis te bouwen. Het is nooit afgekomen omdat
Israël het gebied tijdens de 6-daagse oorlog heroverde.
Rijdend op weg no. 437, passeerden we
net buiten Gibeah de stenen muren van "Kubur
Bani Yirsae'il" – "de graven van de Kinderen van
Israël" die zo'n 2000 jaar oud zijn. Archeologen en Bijbelonderzoekers
geloven dat het graf van Rachel zich hier bevindt, en niet bij Bethlehem.
(Genesis 35:19). Jozua 18:23 noemt het stadje Farah, dat soms
ook Efrat werd
genoemd (het had dezelfde Hebreeuwse wortel) Omdat het stadje in een gebied van
gerst en graan lag werd het (zoals vele andere steden in Israël) Beit Lechem
(broodhuis) genoemd.
De Arabische naam heeft uiteindelijk
de Hebreeuwse traditie bewaard. In de 19e eeuw
hebben de archeologen hierdoor veel Bijbelse plaatsen weten te lokaliseren.
Kale heuvels dragen de geluiden heel ver. Het is daarom heel goed mogelijk dat
wat Jeremia beschrijft in 31:15, het geklaag om Rachel in Rama te horen was.
graanvelden in de valleien |
Volgens de Bijbel was Migron de plaats
waar Saul met zijn 600 mannen hun tenten opsloegen en zich voorbereidden op de
slag tegen de Filistijnen, die in Michmash gestationeerd waren, boven op de
berg/ (1 Samuel 14:2) De wadi (droge rivierbedding) scheidde de Filistijnen van
de Israelieten.
God gebruikte Jonathan's
ogenschijnlijke zelfmoordaanval om de overwinning te behalen op de Filistijnen.
Op 13 februari 1918 bereidden Britse
troepen een aanval voor op de Turken die zich in Mikhmas (Michmash) hadden
verschanst. De Engelse soldaten wisten dat er veel slachtoffers aan hun kant
zouden vallen. 's Avonds zocht Majoor Gilbert in zijn
Bijbel naar de naam die hem bekend voor kwam: Michmash. Hij vond het in 1
Samuel 13 en 14 en na het lezen ervan, besloot hij generaal Watson wakker te
maken. Samen lazen ze de Schriftgedeelten door, en overtuigd dat het gebied nog
niet veel veranderd zou zijn, werden scouts uitgestuurd. Zij vonden de pas, die
licht bewaakt werd door de Turken.
In plaats van een hele brigade uit te
zenden, stuurde de generaal 's nachts een infanterie eenheid via de pas, tussen
Bozez en Seneh door, waarna ze Turkse wachtposten overmeesterden. De volgende ochtend
dachten de Turkse soldaten dat ze door diverse Britse legereenheden omringd –
in paniek vluchtten ze weg. Jonathans tactiek had een paar duizend jaar later
opnieuw succes gehad.
Rond 11.00 uur was het koffietijd,
waarna we via weg no. 60 verder noordwaarts trokken.
Mizpah/mitzpeh is
een wachttoren. We zagen er verschillende verspreid door het land staan.
Vroeger werden ze tijdens de oogsttijd bewoond door families, maar ze hadden
ook militaire functies, b.v. als ze op een stadsmuur gebouwd waren.
Weg no. 465 wordt ook wel de
Trans-Samarian Highway genoemd. Deze oude weg van Sichem (Nabloes) naar
Jeruzalem is een stuk verbeterd vergeleken met de foto uit 1911!
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEjCfgsAmknuCMsuB45yg2w3h7RrliX5MNwQoDvXuiE2xRFDKL9sSC1NHiGAOZh17pWVNXAaDMZy17eZQvxph6j41RskoGmHoPorJp4YzMWPuesIbnQFAZd23qBnDabUQa49EAnNjMxo0oNP/s1600/frankincense_Lubban_luubaan_+_levonah.jpg)
De Tapoeach kruising was
gelukkig nu een open rotonde. Tijdens de Intifada waren hier heel strenge
veiligheidsmaatregelen nodig om de Israëliërs te beschermen tegen de constante
terreuraanslagen. Kfar Tappoe'ach is het dorpje dat dichtbij de grootste
centrale kruising in de Westelijke Jordaanoever ligt. Van hieruit kan je naar
alle delen van het land reizen. Jozua 12:4 spreekt ook over een dorpje
Tapoe'ach (Appel). De velden waren van de stam Menashe, maar het dorp hoorde
bij Efraim. Het ligt op de Hoofdweg van de Patriarchen, die ook Abraham, Izaäk
en Jacob gebruikt hebben om naar het zuiden te reizen.
Op weg naar de berg Gerizim (bij
Sichem) reden we door een langgerekt stadje: Huwara, dat bekend
stond om zijn uitstekende automonteurs. We zagen dan ook ontelbare garages.
Voor de Intifada werkten deze Arabieren bijna allemaal in Sichem (Nabloes).
Toen de zaken (vanwege de terroristenaanslagen) steeds slechter gingen,
begonnen deze automonteurs een eigen zaak – met groot succes! Will toeterde
enthousiast toen hij iemand bij een waterpijpwinkel zag staan. "Daar gaan
we op de terugweg even op bezoek," zei hij.
Tegenover Gerizim (886 meter) ligt de
berg Ebal (938 meter), met daartussen Sichem (Nabloes). De
Canaanitische/Israëlische stad heette Tel Balata – nu
een berucht Arabisch 'vluchtelingen' kamp. Nadat de Israëlieten het Beloofde
Land waren ingetrokken, had Mozes het volk opgedragen om de berg Gerizim te
zegenen en de berg Ebal te vervloeken. (Deuteronomium 27:11-13.) Tijdens de Romeinse overheersing
heette de antieke stad "Flavia Neapolis". De bevolking kon dat niet
uitspreken, en maakte er 'Nabloes' van.
Aanschouwelijk onderwijs op Berg Gerazim, boven Sichem |
Vanaf het prachtige uitzicht punt aten
we ons meegebrachte lunchpakket op.
Gebied rechts is het oude Sychar |
Boven op de berg bij Sichem stond een paleisachtig
huis. Will vertelde dat dit door een Arabier gebouwd was die door de Golfoorlog
zoveel geld aan Amerika had verdiend dat hij van gekkigheid niet wist wat hij
er mee aan moest. Prachtige tuinen werden aangelegd, marmer uit Italië en
Griekenland aangevoerd, om dit paleis te creëren. Op de terugweg naar beneden
nog even poseren met een groepje Samartiaanse vrouwen en hun kinderen.
Een korte stop bij een prachtige
bron—even snel een paar foto’s maken en weer verder.
Rond 14.00 uur werden we opgewacht
door Will's Arabische vriend in Huwarah (Choewara), die ons verwelkomde met
zoete 'modder' (bots) koffie. Zijn winkeltje met
waterpijpen langs de kant van de weg had niet veel klandizie, maar hij genoot
van ons bezoek. Het was een culturele belevenis om van het toilet boven de
winkel gebruik te maken en de trap op te lopen die geen leuning/balustrade had.
Shilo (Tel Shiloh) ligt
aan de rand van een vruchtbare vallei in zuid Samaria, aan de "Weg van de
Patriarchen". Deze vallei vormt de geografische grens tussen Judea en
Samaria. In Bijbelse tijden was Shiloh 369 jaar lang het geestelijke en
administratieve centrum van het Joodse
volk. Jozua 18:1 verteld het verhaal hoe Jozua het lot werpt voor de
verschillende stammen. Hier werd de Tabernakel opgericht en bad Hannah om een
zoon (1 Samuel 1:3).
Will leidde ons rond de archeologische
opgraving, we lazen de relevante Bijbelgedeelten en zagen een film met een
nogal 'vrije' interpretatie over het gebied. In de Aramese tekst wordt geen
"Shiloh" genoemd maar "Mashiach"
– gezalfde.
Overal kan je antieke stukken aardewerk vinden |
Tijdens de Byzantijnse periode, zo'n
1700 jaar geleden, werden er vier Christelijke kerken in de buurt van Tel
Shiloh gebouwd. In 2006 werden tijdens opgravingen prachtige mozaïeken
gevonden. De meest unieke (in een kerk) was een Davidsster.
Het was tijd om naar Jeruzalem terug
te keren.
Via weg no. 437 reden we zuidwaarts,
via de nieuwe weg door Beit Hanina naar de Begin Boulevard. Rond 17.00 uur
werden we weer veilig thuis afgeleverd.
Wat een onvergetelijk dag hadden we
achter de rug! Zoveel om over na te denken en na te genieten van alle foto's
die we hadden gemaakt.
En de agenda erbij pakken voor wanneer
we de Hebron tour kunnen plannen!
Comments
Post a Comment